Hoewel veel mensen wel weten dat een ets een soort stempelen is met een metaalplaat, is het vaak niet bekend wat er allemaal moet gebeuren voordat je een eerste afdruk in handen hebt. Daarom hier een uitleg.
zinken plaat
Neem een zinken plaat (kan gewoon van de dakdekker; vooral vroeger werd er in koper geëtst). Eerst moet de plaat worden gepolijst, gewoon door heel lang poetsen met Brasso, nogal een rotwerk, maar gelukkig is er ook gepolijst zink te koop. De kanten van de plaat vijl je een beetje schuin af, zodat later bij het afdrukken je papier en het vilt niet door wordt gesneden).
De plaat, die als het goed is spiegelend is, leg ik op een verwarmingsplaat en met een een rollertje rol ik een dun laagje etsgrond zo gelijkmatig uit over de plaat, als een soort verflaagje. Het spul ruikt een beetje naar zware shag (lekker!), want er zit asfalt
in en verder hars en bijenwas. Je kunt het overigens ook opgelost in benzine in een blikje kopen, dan moet je met een kwast er op smeren (smerig!). Hoe dunner de laag, hoe dunner de lijntjes kunnen zijn.
tekenen
Na het hard worden maak ik de tekening in de etsgrond. Dat kan met een etsnaald (zie tek.), maar eigenlijk is alles wat in de etsgrond een kras kan maken goed: houten stokjes (voor dikke lijnen, spelden (voor extreem dunne) etc. Het mooie is nu, en daarom is etsen fantastisch, dat dat krassen heel licht gaat. Je hoeft alleen een kras te maken in de etsgrond, niet in het metaal en een etsnaald raakt nooit op. Het lastige is wel dat je niet lijntjes kunt maken van dun naar dik, zoals met een kroontjes pen. Een ander nadeel is dat je heel veel lijntjes moet zetten voordat het wat wordt (bij mij althans, vergelijk het met het volkrassen van een A3-tje met een fineliner van 0,5 mm; er zijn natuurlijk kunstenaars geweest die zo waanzinnig goed konden tekenen dat ze aan enkele heel dunne lijnen genoeg hadden, zoals Picasso in de Vollard suite).
etsen
Na een dag of zo tekenen gaat de plaat het etswater in. Wel eerst nog de achterkant van de plaat met plakband afdekken. Dit etsbad bestaat uit een oplossing van kopersulfaat (100 g/L). Tot tien jaar geleden werd vooral salpeterzuur gebruikt dat eigenlijk veel lekkerder etst, maar bijtend is (wil ik niet thuis hebben) en er ontstaat een beetje stikstofoxide (giftig gas). Kopersulfaat is weliswaar giftig, maar niet bijtend. Het reageert met zink waarbij zink wordt opgelost en een koperneerslag ontstaat (mooie klassieke redoxreactie). Omdat het zink aan de ene kant bedekt is met plakband en aan de andere kant met etsgrond kan het alleen het zink oplossen in de lijnen die getrokken zijn in de etsgrond. Na een paar minuten of soms een half uur zijn de lijnen voldoende diep in het zink uitgeëtst (De etstijd hangt af van de sterkte van de kopersultfaatoplossing en hoe diep je de lijnen wil hebben).
inkt
Na het etsen haal je de etsgrond er af met schoonmaakolie (geowash, wordt ook in drukkerijen gebruikt, slaolie kan ook). De lijnen liggen nu ~0,05 mm in het zink.
Een paar vellen etspapier heb ik alvast te weken gelegd in een bak met water (handen zijn nog relatief schoon).
Daarna smeer ik de hele plaat in met inkt (met een doorgeknipte bankpas, bijvoorbeeld van de ING). Die inkt is vergelijkbaar met drukinkt: erg pasteus en olieachtig (bestaat uit gekookte lijnolie en pigment).
afslaan
Nu komt het moeilijkste: het schoonmaken van het oppervlak van de plaat (afslaan). Je begint met kranten, daarna met stukjes telefoongids (glad en neemt toch inkt op). Je moet er voor zorgen dat je de inkt niet teveel uit de groeven haalt, maar dat het oppervlak toch inktvrij is. Bij sommige inkten ook weer niet helemaal, zodat je een grijzige ondertoon krijgt. Voor precisiewerk gebruik ik wattenstaafjes (heel veel, van Etos, met houten stokjes).
afdrukken
Het geweekte papier droog je tussen kranten. Op de onderplaat van de etspers leg je een stuk onbedrukt krantenpapier (houdt de pers schoon), daarop komt de etsplaat (inkt naar boven) en daarop het vochtige papier. Daaroverheen komt een laag van dik vilt en dat wordt dan door de walsen van de etspers gedraaid. Dat gaat met zo’n grote druk dat het papier de groeven in wordt geperst en de inkt opneemt. (Op de SKVR is er een pers waar iemand een schaar door heen heeft gedraaid. In de lichtgrijze delen van een afdruk vind opeens weer die schaar terug.) Het vilt en de vochtigheid van het papier zorgen er voor dat het papier strak over de plaat komt (etsen en gravures zijn altijd te herkennen aan de moet in het papier, terwijl de lijnen voelbaar uit het papier steken, net als bij geld).
En dan heb je dus een afdruk! Voor een tweede moet je de plaat weer insmeren met inkt en weer schoonmaken. Van een zinken plaat kun je 20 tot 50 afdrukken maken, van een koperen twee keer zoveel. De inkt van een ets moet een week of twee drogen.
wat nog meer kan
De dikte van de lijnen kun je aanpassen door bijvoorbeeld halverwege het etsen een deel af lakken met spirituslak. Je kunt ook halverwege het etsen nog verder gaan met tekenen.
Als je een stuk van de tekening wil inkleuren kun je natuurlijk arceren, maar voor een egale toon kun je ook aquatint gebruiken. Dat doe je door bijvoorbeeld met een verfspuitbus heel licht de plaat te bespuiten. Het moet zo weinig zijn dat er op de zinkplaat losse verfdruppeltjes liggen. Bij het etsen wordt rond de druppeltjes het zink weggeëtst, zodat je een soort rastertje krijgt dat een beetje inkt vast houdt. Hoe langer je etst hoe zwarter afdrukken de grijstint wordt. In plaats van spuitlak gebruik ik vaak vaseline, dat ik met een papiertje heel licht op de plaat stempel (geeft een fijn rommelig resultaat, maar is moeilijk te beheersen).
Je kunt een plaat ook heel dun inrollen met inkt, zodat juist buiten de lijnen kleur komt. Op deze manier druk ik vaak meerdere kleuren over elkaar.
Goeiendag Marten,
Wat een mooie uiteenzetting heb je gemaakt! mijn handen jeuken om weer aan de gang te gaan, maar omdat ik al 10 jaar niet meer heb geetst, kwam ik er nu pas achter dat salpeterzuur niet meer makkelijk te verkrijgen is, mag ik je het volgende voorleggen?
Ik heb alles gelezen op internet, heb kopersulfaat bij deoplosmiddelenspecialist via bolcom gekocht en zie dat jij alleen kopersulfaat met water mengt, maar Cedric Green doet er ook zout bij en van Beek doet 100 gr. K.S. op 1 liter water, mag ik je vragen welke verhouding jij toepast en hoelang een lijnets er in moet? En heb ik wel het goede kopersulfaat?, nl. formule CusO4, mol.massa 159,61, of is dit alleen geschikt voor paardehoeven?
Bedankt voor je eventuele hulp!